Wat zal er de komende eeuw gaan gebeuren met temperaturen die stijgen? Het standaardverhaal is dat onze wereld er dan niet plezieriger op wordt. Beroemd is de uitspraak van de wetenschappelijk adviseur van de Britse regering, Sir David King, die voorzag dat, als we niets doen tegen de mondiale opwarming, Antarctica het enige bewoonbare continent ter wereld zal zijn tegen het einde van deze eeuw.
Bijna alle discussies over de toekomstige gevolgen van mondiale opwarming gebruiken de hittegolf van 2003 in Europa als hét grote voorbeeld. Volgens Al Gore zien we nu al de hittegolven waarvan wetenschappers zeggen dat die veel vaker voor zullen komen als we de mondiale opwarming niet aanpakken. Volgens Gore werd Europa in 2003 getroffen door een grote hittegolf, die 35.000 mensen het leven kostten.
Voor bijna elke locatie ter wereld bestaat er een “optimale” temperatuur, waarbij het dodental het laagst is. Boven of onder deze optimale temperatuur, dus kouder of warmer, neemt het dodental toe. Wat de optimale temperatuur is, is een andere kwestie. Als u in Helsinki woont, is uw optimale temperatuur ongeveer 15°C, terwijl u zich in Athene het beste voelt bij 24°C. Een opmerkelijk punt is dat de beste temperatuur typerend ongeveer gelijk is aan de gemiddelde zomertemperatuur. Dus de actuele temperatuur zal niet vaak boven de optimale temperatuur uitkomen, doch zeer vaak zal die er onder liggen. In Helsinki wordt de optimale temperatuur slechts op 18 dagen per jaar overschreden, terwijl die daar gedurende 312 dagen per jaar onder ligt. Onderzoek toont aan dat alhoewel er 298 mensen extra overlijden als gevolg van warmte in Helsinki, er 1655 overlijden als gevolg van de kou.
Het mag niet verbazingwekkend zijn dat de koude de nodige tol eist in Finland, maar hetzelfde geldt voor Athene. Ofschoon de absolute temperatuur in Athene veel hoger ligt dan in Helsinki, komt de temperatuur slechts gedurende 63 dagen per jaar boven de optimale temperatuur uit, terwijl deze op 251 dagen per jaar eronder ligt. Opnieuw, het dodental als gevolg van buitensporige hitte ligt in Athene rond de 1376 per jaar, terwijl het dodental door extreme kou er rond de 7852 ligt.
Deze reeks statistieken leidt ons naar de conclusie dat, binnen redelijke limieten, mondiale opwarming feitelijk resulteert in minder doden.
De hittegolf in Europa in het begin van augustus 2003 was in meerdere opzichten buitengewoon. Het was een catastrofe van hartverscheurende proporties. Met meer dan 3500 doden alleen al in Parijs, overleden er in Frankrijk bijna 15.000 mensen als gevolg van de hittegolf. Nog eens 7000 overleden er in Duitsland, 8000 in Spanje en Italië en 2000 in het Verenigd Koninkrijk: Het dodental steeg tot meer dan 35.000.
De milieugroepering Earth Policy Institute (EPI), die als eerste het totaal aantal doden als gevolg van die hittegolf vaststelde, vertelt ons dat we ons bewust moeten zijn van het feit dat de omvang van deze tragedie noopt tot maatregelen om de uitstoot van koolstofemissies drastisch te verminderen. Voor de vele miljoenen die geleden hebben onder deze record hittegolf en de nabestaanden van hen die er aan zijn overleden, is het terugdringen van koolstofemissies een dringende, persoonlijke kwestie geworden, aldus EPI.
Dergelijke rapporten voeden de publieke beeldvorming dat de hittegolf een echte indicator is geworden van mondiale opwarming. Maar groepswijsheid kan soms ook wel eens de plank misslaan. Een recent wetenschappelijk artikel heeft deze theorie gecontroleerd en komt tot de conclusie dat ofschoon de omstandigheden ongewoon waren, er sinds 1979 gelijkwaardige of zelfs nog warmere afwijkingen zich hebben voorgedaan.
Bovendien, hoewel 35.000 doden en verschrikkelijk groot aantal is, moeten alle doden in principe op dezelfde wijze aan de orde worden gesteld. Toch gebeurt dit niet. Wanneer er 2000 mensen in het Verenigd Koninkrijk overlijden aan de hitte, wordt een publiekelijke verontwaardiging geuit die nog steeds naklinkt. De BBC heeft recentelijk echter een soortgelijk verhaal naar buiten gebracht waarin verteld wordt dat het dodental als gevolg van de koude in Engeland en Wales gedurende de laatste jaren elke winter zo rond de 25.000 ligt. Laconiek werd er nog aan toegevoegd dat de winters van 1998-2000 elk jaar ongeveer 47.000 doden opleverden.
Het is opmerkelijk dat een enkele episode met hittedoden van rond de 35.000 uit vele landen iedereen overstuur maakt, terwijl 25.000 tot 50.000 koudedoden in een jaar in één land bijna onopgemerkt blijft.
In Europa als geheel overlijden er elk jaar als gevolg van extreme hitte ongeveer 200.000 mensen. Er overlijden echter jaarlijks ongeveer 1.500.000 Europeanen aan extreme koude, meer dan 400 keer het aantal hittedoden van 2003. Dat we zo gemakkelijk deze doden negeren en zo gemakkelijk de doden omarmen die veroorzaakt werden door mondiale opwarming, vertelt ons iets over de algehele inzinking van ons gevoel voor evenredigheid.
Hoe zullen de verhoudingen tussen hitte- en koudedoden in de komende eeuw veranderen? Laten op dit moment eens – zeer onrealistisch – aannemen dat we ons in het geheel niet aanpassen aan een toekomstige hitteperiode. Toch concludeert het grootste Europese koude en hitte-onderzoek ooit gedaan, dat bij een stijging 2°C, “…onze gegevens suggereren dat elke toename in sterfte veroorzaakt door stijgende temperaturen, veruit gecompenseerd wordt door een nog grotere afname in koudegerelateerde sterfgevallen”. Voor Groot-Brittannië wordt geschat dat een stijging van 2°C, 2000 meer hittedoden oplevert, maar 20.000 minder koudedoden.
Een artikel dat probeert alle onderzoeken te bevatten over dit onderwerp en deze toepast op een brede variëteit van achtergronden en ontwikkelingen in de wereld, komt tot de conclusie dat “mondiale opwarming een daling van sterfgevallen kan veroorzaken, speciaal die van hart- en vaatziekten”.
Uit: “Hotter weather, fewer deaths”, door Björn Lomborg
Gepubliceerd in de National Post, Canada, op 31 0ktober, 2007